SinterklaasDe Sint zat op zijn stoel,
Bij de ijskast, want daar bleef hij lekker koel.
De Sint moest nog wat dingen doen,
Daar had hij geen zin in, dus hij gaf Americo een dikke zoen.
Hij ging in zijn boek kijken wie lief of stout was geweest,
Of wie stout was geweest tegen een beest.
Iedereen was lief,
Behalve een dief.
Die dief had een winkel overvallen,
Hij had op het dak zitten knallen.
Piet vroeg aan de Sint:
"Wat is er mijn beste Sint?"
De Sint vertelde: "Ik ben een beetje ziek,
Maar ik moet nog een cadeautje brengen naar Niek."
"O," zei Piet, "ik wil dat wel voor u doen."
"O, bedankt," zei Sint, "nu krijg je een dikke zoen."
Piet liep over de daken,
Hij gooide in de schoorsteen van Niek, maar hij kon hem niet raken.
Het cadeautje viel naar benee,
Recht in iemands aardappelpuree.
De Piet moest weer van het dak,
En hij struikelde over de grote pakjeszak.
Dat vond hij niet leuk,
Maar de andere Pieten lagen in een deuk.
Hij haalde het cadeau uit de aardappelpuree,
En hij zei: "O nee, o nee,
Vies is het cadeau nu."
En hij zei: "Ik wil een nieuwe en wel nu."
Hij ging naar Sint en zei:
"Ik heb het cadeautje vies laten worden, u bent zeker niet blij."
"Jawel," zei Sint,
"Want anders kreeg hij een fopcadeau dat arme kind.
Dus hier heb je het goede cadeau,
Wees er zuinig op want dat cadeau komt van het reisbureau."
Piet zei: "Ik doe mijn best
Want aan niks geven heb ik de pest."
Dus Piet ging weer naar het huis van Niek,
En zei tegen de andere Pieten: "Ik wil geen kritiek."
Maar toen hij bij het huis van Niek was,
Had hij in de gaten dat de schoorsteen dichtgemetseld was.
Hij haalde dus de sleutels van alle huizen,
Maar opeens zag hij bij het huis van Niek allemaal muizen.
Hij zei: "Ik ga daar niet in,
Misschien hebben ze daar ook nog wel een spin."
Piet ging terug naar Sint,
En zei: "Ik ga niet naar dat huis van dat lieve kind.
Ze hebben daar allemaal muizen,
Ik ga niet meer langs dat soort huizen."
"O," zei Sint,
"Jij heet toch niet voor niets bange Piet, arm kind.
Ik stuur stoere Piet wel,
Maar die moet ook langs Nel.
Dus als jij dat doet,
Want Nel onderhoudt haar huis heel goed."
Bange Piet zei: "Dan gaan we wel ruilen,
Dan hoef ik tenminste niet bij die muizen uit te huilen."
Dus stoere Piet ging naar het huis van Niek,
En schreef op een brief dat hij niet mocht spotten met Zwarte Piet.
De volgende dag kwam Niek bij Sint,
"Ik heb een brief gekregen, maar ik snap niet wat dat zint."
Sint zei: "Geef eens hier die brief,
Die brief is wel heel negatief.
Ga maar naar huis dan overleg ik het wel met de stoere Piet,
Of hij het doorheeft of niet ziet."
Toen stoere Piet bij de Sint kwam,
Zei Sint wat hem overkwam:
"Dus waarom heb je dat gedaan?"
"Ik was daarvoor bij de dief langs gegaan,
En die heeft gespot met onze namen,
En gooide ook nog stenen door de ramen.
Dan heb ik het per ongeluk bij Niek in de schoen gedaan,
Maar ik geef hem wel pepernoten en een banaan.
Ik hoop dat het dan weer goed komt,
En dat het nooit meer voorkomt!"

Waardering: 5.9 met 20 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Sipke

Printbare versie
Vertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:
Dit Sinterklaasgedicht verzenden naar een vriend(in) Deel dit Sinterklaasgedicht op Twitter Deel dit Sinterklaasgedicht op Facebook Deel dit Sinterklaasgedicht op LinkedIn

Volgende gedicht: Gedicht voor een mp3 speler
Vorige gedicht: De Sint en zijn Pieten

 
© 2006 - 2022 Jan Hengeveld.