SinterklaasOp de daken, in de wind,
Liepen twee Pieten en de Sint.
Ze hadden het erg koud,
En de Sint was ook best oud.
Maar toch gingen ze door,
En in de huizen zongen kinderen in koor:
Sinterklaas kapoentje,
Gooi wat in mijn schoentje,
Gooi wat in mijn laarsje,
Dank u Sinterklaasje!

Toen kwamen Sint en zijn Pieten bij een huis,
En daar was het niet pluis.
Ze hoorden kinderen heel hard huilen,
Het kwam het huis uitpuilen.
De Sint luisterde eens heel goed,
En verstond dat het ging om speelgoed.
Dat ze niks van hun ouders kregen,
Alleen een bezem om de vloer te vegen.
De Sint dacht eens diep na,
Waarna...
Hij stopte heel veel speelgoed in de schoorsteen van het huis,
En toen gingen zij naar het ziekenhuis.
Daar hoorde hij ook veel wensen,
En bracht dat naar die mensen.
De Sint en zijn Pieten gingen maar terug,
En vliegensvlug,
Hun eigen warme bedje in,
En hadden weer zin...
In de volgende nacht.

Waardering: 5.45 met 58 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Barbra

Printbare versie
Vertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:
Dit Sinterklaasgedicht verzenden naar een vriend(in) Deel dit Sinterklaasgedicht op Twitter Deel dit Sinterklaasgedicht op Facebook Deel dit Sinterklaasgedicht op LinkedIn

Volgende gedicht: Ken je die ene uit Spanje? Die goedheiligman?
Vorige gedicht: Sint en Piet zijn weer in het land

 
© 2006 - 2022 Jan Hengeveld.