Daar wordt aan de deur geklopt.
Hard geklopt, zacht geklopt.
Wie zou dat zijn?
Wees maar gerust mijn kind,
Ik ben een goede vrind.
Want al ben ik zwart als roet,
'k Meen het toch goed.
Want ik kom van Sinterklaas,
Sinterklaas, Sinterklaas.
'k Heb voor jou, m'n kleine baas,
Moois in mijn zak.
Ben je steeds zoet geweest?
Wees dan maar niet bevreesd.
Want dan stuurt Sint Nicolaas fijn speculaas.