Lieve Elke,
De Sinterklaas tijd is weer gekomen en het terugkerende fenomeen.
Het lootjes trekken, dat is mij er een.
Dat moest natuurlijk weer gebeuren,
Om het feest op te fleuren.
Je moet je naaste familieleden,
Toch weer wat denkstof geven, voor nu en voor in het verdere leven.
Een ding moet mij nog wel even van het hart!
Er is veel discussie over mijn knechten.
Ik weet niet of op de Langereis jullie ook daarover bekvechten.
Laat ik duidelijk zijn.
Ik ben gewoon de Sint, de baas.
En of het nu gele, zwarte of blanke mensen zijn,
Dat lap ik gewoon aan mijn laars.
We zijn weer een jaar verder,
Van alles is er weer gepasseerd.
Je hebt je geamuseerd en er is geapplaudisseerd.
In Hippolytushoef waar jij de dwarsfluit blies,
Daar in de Wieringer zeebries.
Steevast noem jij nog steeds het Huygens een zwerversschool,
Die school is voor jou echt geen statussymbool.
Sommige dingen veranderen inderdaad niet,
Bijna iedere ochtend zie ik je staan wachten op die verschrikkelijke treuzelgriet.
Vijf minuten of maximaal vijftien,
Je zou het denken misschien.
Het is nu mooi geweest Floor Zevenbergen,
Elke laat zich niet meer tergen.
Maar nee, dit is bij lange na het geval niet,
Geduldig, in de regen of niet, blijft zij wachten op die griet.
Geduld zie ik ook in je tekentalenten,
Minutieus worden de details gezet, weken gaan voorbij.
Het oog is af, en ik stond paf.
Zo heb jij nog wel meer talenten,
Dan alleen het maken van mooie prenten.
Hoewel het verleidelijk is daar verder over te spreken,
Dit onderwerp wil ik subiet afbreken.
Graag wil ik alle aanwezigen hier,
Getuige laten zijn van een ontwikkeling, een groots en mooi ding.
De transformatie van een zwijgzame, wat verlegen jongedame.
Altijd wat stil en teruggetrokken van origine,
Maar veranderd in een dame vol met adrenaline.
Haar behoefte is groots en ongekend,
Voor de aanwezigen hier misschien niet altijd bekend.
Haar drang naar meer,
Is niet van deze aardse atmosfeer.
Op vele terreinen, noem er maar eens een,
Moet er veel te halen zijn.
Ik als Alwetende oude man, zou dat interesse kunnen noemen,
Om mijn zienswijze maar niet te verbloemen.
Daarmee wil ik niet beweren dat het goed of fout is,
Of dat ik op zoek ben naar een compromis.
Ik dwaal nu af en breng u weer even terug naar het onderwerp,
Want dat wordt nu wat onscherp.
Ik had het over de behoefte, de trek en de honger naar meer,
In moderne taal zou men het hunger noemen, denk ik zo,
Want dan praat ik wat meer op jouw niveau.
Laat ik eens een onderwerp nemen,
Mode, ik roep zomaar eens wat.
Jouw garderobe is ongeëvenaard,
Mens wat heb jij een kleding vergaard.
Je favoriete jaagveld is bijvoorbeeld de Primark,
Daar is het waar je al je kleding binnenharkt.
Dat het gemaakt is door een klein Chinees handje,
Ach, dat berust vast op een misverstandje.
De prijs is waar het mij om gaat,
De kast moet gevuld worden, dat is waar het om draait.
Schoenen maken de vrouw,
Hoeveel heb je er nou?
Geen schoenenreusjes aan mijn voeten,
Nee, stijl en elegantie is wat zij willen begroeten.
Honger en meer, dat is waar ik op afstudeer.
Dit gedicht is ingezonden door Sinterklaas
Printbare versieVertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:
Volgende gedicht: Lieve Anita
Vorige gedicht: Beste Britt