Sinterklaasgedicht

Beste Bram,

Sint zat achter z’n kopje koffie, nog wat stram,
De hele nacht had hij zitten peinzen over een cadeau voor Bram,
“Man, o man wat een lastige klant,” zei Piet,
“Zelfs de grote baas weet het niet!”
En voor de dag zou zijn verlopen moesten ze het weten,
Want Sint wil als altijd op tijd thuis zijn voor het eten.
Dus dacht Sint: "We gaan naar de stad,
Daar hebben ze vast wel wat."
Winkel na winkel hebben ze afgelopen,
Maar er was weinig geschikts om te kopen,
“Een paar sloffen”, zei Piet, "die heeft hij nog niet."
Gelijk gingen ze aan de slag,
En ja hoor, daar was het perfecte paar,
"Maat 42, dat was het toch," dacht Piet,
Maar Sint wist wel beter: "Nee, dit past hij niet."
Dus moesten ze weer wat anders verzinnen,
En weer helemaal opnieuw beginnen.
Sint besloot uiteindelijk maar iets “praktisch” te kopen,
Maar dan wel iets wat je nodig hebt voor het lopen.
Bram moet namelijk elke ochtend vroeg op, dus een kop koffie kan hij wel gebruiken.
O, wat zal dat zo vroeg in de ochtend lekker ruiken.
Dat zit wel goed,
Sint weet wel wat hij doet.
Blij ging Sint naar huis,
Lekker eten staat al klaar op het fornuis....
Maar Piet bleef nog even in de stad hangen,
Omdat hij nog wat nieuwtjes op wou vangen.
Opeens kreeg hij een nieuw idee,
Ik geef Bram stiekem nog iets mee..........


Printbare versie
Vertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:

Volgende gedicht: Jennifer, ik zocht een cadeau voor jou
Vorige gedicht: Beste Bouko