De tijd van het jaar is weer in zicht,
En cadeaus kopen wordt weer een plicht.
Er is ook maar 1 iemand hiervoor weggelegd,
En dat is Sinterklaas welgezegd.
Elke dag moet hij op pad,
Hij zou verloren zijn als hij zijn Pieten niet had.
Dertien november komt hij weer aan,
Dat is het begin van een hectisch bestaan.
Dan zetten de kinderen hun schoentjes al klaar,
En aan het eind van de avond zijn Sint en zijn Pieten helemaal gaar.
Maar als de Sint dan de gezichtjes van de kinderen ziet,
Kan hij wel huilen van geluk en niet van verdriet.
Dat maakt het dus helemaal goed,
En geeft de Sint en zijn Pieten allemaal weer moed.
Maar als de Sint dan 's avonds weer thuis is,
Dan is al dat lopen en gesjouw geen gemis.
Dan zakt hij lekker onderuit in zijn stoel,
En heeft hij een slaperig gevoel.
En voordat hij uiteindelijk naar bed gaat,
Verandert hij eerst nog snel van gewaad.
En als laatste geeft hij zijn Pieten nog de aandacht,
En wenst ze een goede nacht!
Waardering:
5.54 met 112 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Mandy
Printbare versieVertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:
Volgende gedicht: Het zijn nog bijna zomerse temperaturen
Vorige gedicht: Ra, ra, wat Sint in mijn schoen heeft gebracht?