Velletje 1: Lieve Sint, ik wil graag als cadeau een fiets.
Oh, voor vijftien euro? Nee, dat wordt dan niets.
Paul verfrommelt het eerste vel papier,
En pakt dan vel twee met veel plezier.
Lieve Sint... ach jee, dat klinkt veel te klef,
Daarvan maakt de Sint toch alleen maar weer ophef.
Vel 3: Beste Sint, cadeaus die ik graag wil...
Hmm, dat klinkt ook niet goed. Ik houd me maar weer stil.
Op vel vier schrijft Paul een lijst met wensen,
Sokken, ondergoed, dat is meer iets voor zijn medemensen.
Na vel vijf sneuvelen de vellen zes, zeven en acht,
In gedachten hoort Paul hoe Sint hem al uitlacht.
Vel na vel verdwijnt verfrommeld in Pauls prullenbak,
Hij denkt over cadeaus met veel gebruiksgemak.
Na enkele uren, bij het laatste vel papier,
(ondertussen zit Paul ook al aan zijn zesde flesje bier),
Hoort hij binnen in zijn hoofd ineens een stem,
Die bedenkt een cadeautje helemaal perfect voor hem.
Vijfhonderd vel papier, is dat genoeg voor een jaar?
Dan heb je alles weer perfect voor elkaar!
Waardering:
5.42 met 19 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Kitty
Printbare versieVertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:
Volgende gedicht: Omaatje
Vorige gedicht: Ja, ja, het is weer tijd voor 6 december