Sinterklaasgedicht

Sinterklaas, die oude man,
Heeft veel Pieten, die kunnen er wat van.
Ze maken cadeaus, pakjes en snoepgoed,
Ze zingen en dansen en zijn zo zwart als roet.
Maar op een dag, op 4 december,
At Sinterklaas te veel gember.
Je had 't kunnen weten,
De Sint werd ziek, dit sinterklaasfeest zou niemand vergeten.
Nooit of te nimmer niet. Maar wat was dat!?
Er zat ineens een wonderdokter op de mat.
De dokter zei: "Wees maar niet bang,
Ik doe u niks, ben alleen erg lang.
Ik heb gehoord: "De Sint is ziek." Toen dacht ik: "Daar kan ik iets aan doen!"
Ik pakte gelijk mijn schoen.
Ben meteen hier naartoe gerend,
Botste tegen een oude vent.
Kwam hier aan van heel erg ver,
En nu ben ik er!"
De dokter pakte een spuit,
En met de ziekte van de Sint was het uit.
Toen kon de Sint het feest toch vieren,
En iedereen deed mee, zelfs de mieren.
Toen was pakjesavond voorbij,
En was iedereen weer blij.

Waardering: 5.35 met 78 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Sarina

Printbare versie
Vertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:

Volgende gedicht: Lililala,
Vorige gedicht: Beste Arend Jan