SinterklaasLangs velden en langs wegen,
Komt Sinterklaas ze tegen:
De kreunende en steunende,
Puffende en zuchtende.
Zij vloeken en zij tieren,
Zij mopperen en razen,
Want al dat belachelijk rijmen,
Vinden zij voor gekken en voor dwazen,
Voor hen is er maar één wens:
Dat die afspraak tussen Sint en mens
"Vijf december is die dag"
Die wat hun betreft, iedereen vergeten mag.
Een kado, zelfs een suprise dat is wat,
Maar die verrekte rijm dat is toch wat.
Naar Vend en Stumpel gaat de reis,
Want die hebben boekjes met een wijs.
Een rijmboekje, dat geeft hoop,
Maar elke rijm blijft een zware bevalling met een even zo zware doop.
Dus tot besluit een bemoedigend woord,
Voor rijmende zweters aan het kortste koord:
Het is niet de lengte van de rijm die telt,
Want elk zo een zwaar bevochten woord wordt op prijs gesteld.

Sint en Piet.

Waardering: 5.31 met 61 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Esther

Printbare versie
Vertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:
Dit Sinterklaasgedicht verzenden naar een vriend(in) Deel dit Sinterklaasgedicht op Twitter Deel dit Sinterklaasgedicht op Facebook Deel dit Sinterklaasgedicht op LinkedIn

Volgende gedicht: Sinterklaas is weer in Nederland,
Vorige gedicht: Suprise

 
© 2006 - 2022 Jan Hengeveld.