SinterklaasIk wil niet hebberig zijn, nog klagen,
Maar mag ik u iets vragen?
Als u hier aankomt met uw boot,
Rent een ieder achter u aan, als een malloot.
Overal in den lande,
Draagt men u op handen.
Ieder jaar is het weer raak,
En verheft men u tot volksvermaak.
Wat is dat toch; wat ons als kind,
Steeds weer aan u bindt?
Heeft u soms in Nederland,
Een deal gemaakt met de middenstand?
Om de kooplust op te wekken,
En de winsten op te rekken.
Want nergens in de E.E.G.
Doet men aan deze waanzin mee.
Of moeten wij echt in u geloven,
En u niet van uw waardigheid beroven,
U zien als een heer van stand,
En weldoener voor de kinderen in Nederland?
DdJ.
Waardering:
9 met 25 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Dolf
Printbare versieVertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:
Volgende gedicht: Klagen, klagen en nog eens klagen
Vorige gedicht: Fietsen, rennen, zwemmen, klimmen