Lieve Ina,
Lang haar, kort haar,
Je zegt het maar.
Geen krullen dit jaar,
Want dat lijkt zo middelbaar.
Naar de kapper dan maar,
Die je knipt met een schaar,
En die verft wel erg raar.
Dan zit je daar,
En ben je laat klaar,
En ga je weer naar,
Huis, dat valt soms zwaar.
Op elke voet een dikke blaar,
Dat raakt een gevoelige snaar.
Gelukkig ben je niet zo breekbaar,
En Leen is weer dankbaar,
Want met hem vorm je toch een echtpaar.
Al 3 decennia terug bij de ambtenaar,
En nog steeds bij elkaar.
Niet naar het altaar,
Daarop gaf Leen commentaar,
En dat was voorspelbaar.
Voor de 2e x maakt ook de kerk bezwaar,
Maar wees echter dankbaar,
Ondanks het gevaar van de ooievaar,
Want hij had er al een paar,
En Leen is geen bedelaar,
En best toch wel betrouwbaar.
Af en toe een zingende kunstenaar,
Soms zelfs met een Hongaar,
Onder begeleiding van een gitaar,
Zingt hij het hele repertoire.
Daarin is hij onvermoeibaar,
Daarna volgt vaak etenswaar,
Dat is voor hen wel betaalbaar,
Belicht door een mooie kandelaar.
Klap van de Molen, nee eigenaar,
Alhoewel ook een goede babbelaar,
Net zo makkelijk in het openbaar.
Ina is dan graag onzichtbaar,
Enfin, Sint, een oude sjacheraar.
Loopt naar elke leuke bazaar,
Kocht voor jou dit accessoir,
Vond het een aardig exemplaar.
Is misschien een leuk gebaar,
Ik vind je aardig, dus vandaar.
Ik ben deze rijm wel gaar,
Dus ga maar naar het urinoir,
Of wildplassen op het trottoir.
Sint.
Waardering:
5.07 met 10 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Gon
Printbare versieVertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:
Volgende gedicht: Ik heb gehoord dat Sint niet komt
Vorige gedicht: Ik ben zwarte Piet en ik ben naar jou op zoek,