Sinterklaasgedicht

Oh, kom maar eens kijken, wat ik in mijn schoentje vind,
Is het weer de tijd van Pieten en de Sint?
De leukste tijd van het jaar is weer daar,
Terwijl ik in gedachten naar de maand december staar.
Wat is een jaar toch vlug weer voorbij hè, mijn goede vriend,
Wie braaf is geweest, heeft wel wat lekkers verdiend.
Met uw paardje en het grote rode boek,
Maakt u de kindjes weer heel erg zoet.
Met speelgoed of een lekkernij,
Krijgt het paard er ook een wortel of een suikerklontje bij?
Ach, eigenlijk is dit allemaal maar bijzaak,
U verdient ook een dikke knuffel en een hele dikke zoen op uw kaak.
Helaas is Sinterklaas niet voor iedereen een feest,
Sta er even bij stil of haal het voor de geest.
Deze mensen draag ik een warm hart toe,
Ze verdienen zeker niet de roe.
Daarom Sint, heb ik slechts één wens,
Maakt u het draagbaar voor ieder mens.
Als u kon toveren met uw mooie staf,
Goud of zilver, alles kan of mag,
Zolang iedereen maar gelukkig kan zijn,
Al is het maar met iets heel klein.
Ik ga er alleszins aan werken, aan deze goede daad,
Hopelijk Sint, ontvangt u deze goede raad.
Tot volgend jaar en vele groeten,
Hopelijk tover ik nu een lach op ieders snoeten.

Waardering: 8.13 met 39 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Edith

Printbare versie
Vertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:

Volgende gedicht: Lieve Betsy
Vorige gedicht: Sinterklaas heeft een dik boek