Sinterklaasgedicht

Sinterklaas en moeder.

Sinterklaas is een echte vriend van de paashaas. Want hij is van iedereen een echte vriend, die goede Sint.
Ik verwacht hem elk jaar
En zet daarom dus altijd mijn schoentje klaar.
Elk jaar komt hij uit Spanje.
Hij geeft mij een mandarijn, die is oranje.
Van Piet krijg ik een handvol snoep.
Mijn moeder zegt dan altijd: "Eet eerst je soep."
Dan ga ik naar de Sint en zeg hem wat ik wil.
Toen de Sint vorig jaar kwam, gaf mijn moeder een gil.
Ze dacht dat het een dief was die alles kwam stelen.
Gelukkig waren het de Sint en Piet die vanalles achterlieten om mee te spelen.
Sinterklaas zijn paard kreeg een lekkere wortel van mij.
Wat was dat paardje toch blij.
Ik lig altijd in mijn bed als Sinterklaas komt.
Dan hoop ik dat hij mij niet van zijn lijst gomt.
Alles wat de Sint brengt is leuk en lekker.
Dus zet ik extra vroeg mijn wekker.
Ik kruip dan van onder mijn laken.
Dan kan ik vroeg de cadeautjes open maken.
Piet had een grote zak snoep en lekkers voor mij klaargezet.
Toen kwam mijn moeder ook uit bed.
Ze zei dat niet alle snoep voor nu was.
En toen zocht ze in de zak van haar badjas.
Ze haalde haar zakdoek boven en begon nu stilaan te geloven, dat Sinterklaas niet aan haar dacht.
Want ze had niet verwacht,
Dat er voor haar niets bij zou zijn.
Zelfs niet eens een mandarijn.
Ze had natuurlijk niet goed gekeken. Sinterklaas had haar helemaal niet vergeten.
Voor haar had hij een kortingsbon van een grote winkelketen.
Toen moeder dat zag was ze blij,
Ze maakte als ontbijt voor mij een lekker ei.

Waardering: 4.5 met 14 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Patricia

Printbare versie
Vertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:

Volgende gedicht: Beste Sint
Vorige gedicht: Sint was aan het denken