's Morgens sta ik voor mijn kast,
Wat moet ik nu weer aan mijn bast?
Er ligt geen overhemd dat nog past,
En ik heb een eega die nooit wast!
Tenminste, dat geloof ik vast.
Al ben ik dikwijls een fantast.
Geen schoon overhemd is een last.
Maar ja, ik ben een vreemde gast.
Want verven doe ik enthousiast.
Met volle spetterende kwast,
En nieuwe hemden aan mijn bast,
Dat geeft een schitterend contrast.
Al vindt mijn vrouw dit ongepast.
Ik hoop dat Sint mij dus verrast,
Met een wit overhemd dat me past.
Waardering:
4 met 6 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Thelma
Printbare versieVertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:
Volgende gedicht: Sinterklaas, die lieve man
Vorige gedicht: Jan gaat bijna met de vut