Ik ben de Sint,
Ik ben je vrind.
Ik kom ieder jaar,
Heb voor ieder een pakje klaar.
Ook voor jou is er een kado,
Hiermee steel je de show.
Op het jaarlijkse schoolfeest,
Maak jij de blits en bent er het beest,
Dat iedereen voorbij raast.
Meisjes staren verbaasd,
Naar je outfit en gillen,
Dat ze nu enkel jou nog maar willen.
Beentjes van de vloer, dans je schoenen kapot.
Nooit meer stil kunnen staan, dat is je lot.
En volgend jaar als ik terugkom,
Lach ik me nog steeds krom,
Om jouw rare kapriolen,
En je versleten zolen!
Waardering:
5.29 met 35 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Jet
Printbare versieVertel vrienden en vriendinnen over dit Sinterklaasgedicht:
Volgende gedicht: Terwijl de wekker staat te loeien
Vorige gedicht: Sint